Zuid Afrika met kinderen

Ghana met kinderen reisverhaal

Ghana met kinderen reisverhaal

(volg ons via onze facebookpagina!)

Door de familie Van der Mark (december 2002)

Naar Ghana! Ingrid ging er met haar gezin voor vier jaar naar toe en zei bij het afscheid: “Je komt toch wel?!” “Natuurlijk antwoordde ik. Het was mijn eerste zelfstandige beslissing na de scheiding. Onderweg in het vliegtuig vond ik het ineens eng; alleen met drie kinderen onderweg naar Afrika!

Toen het vliegtuig bij de landing de grond raakte, pakte een Afrikaanse man de schouder van Olivier en zei: “Welcome to Africa!” Ik bijna in tranen van ontroering. Buiten stonden honderden Ghanese mensen om hun familie te verwelkomen, omdat de terminal gesloten was wegens verbouwing. Het was overweldigend: warmte, donker, honderden mensen en…in Afrika!  

De volgende dag gingen we meteen naar twee begrafenissen, waar Ingrid was uitgenodigd. Het was heel bijzonder; traditioneel geklede stamhoofden, veel muziek en heel veel kinderen. Reinier en Olivier zaten met een flesje fris in de schaduw en Rogier was met David jr. en de andere kinderen lekker de grond aan het vegen met een palmblad. 

De dag erna vertrokken we voor een tocht van een aantal dagen. Onderweg stopten we om alle zes de kinderen te laten afkoelen in de zee bij Aflao (een grensdorp op de grens met Togo). Daar woonde ook familie van James (chauffeur van Ingrid) en één van hen klom meteen in een palmboom en gooide kokosnoten naar beneden. Even later zat iedereen “aan de kokosnoot”. De moeder van James had een kruidenwinkeltje op de markt in Aflao en daar brachten we ook een bezoek aan. Daarna reden we door naar Tafi, een dorpje waar het eco-toerisme net werd opgezet, dus nog in de kinderschoenen stond. Tot nu toe bestond het uit “room one” en “room two”. Meteen volgeboekt dus.

Het was een rondavel waarin stapelbedden stonden. Allerlei grote insecten kropen en vlogen er rond. We hadden een natuurlijk toilet; de bosjes. De volgende morgen werden we al vroeg gewekt door de gids. Hij klopte op de deur: “Monkey’s lady!”. We maakten een wandeling door de omgeving en zagen inderdaad Mona-apen. Bij terugkomst stond onder een enorme ronde rieten overkapping het ontbijt klaar. Dit bestond uit een enorme schaal pap en plakjes stokbrood met suiker. De gidsen genoten van de overgebleven pap. ’s Avonds trommelden mannen en zongen vrouwen voor de ingang van de kerk. Kippenvel; voor het eerst Afrikaans gezang in het echt! Op een bankje zat een oude, blinde man, de storyteller. Hij vertelde ons het verhaal van de spin Anansi, een oud West-Afrikaans verhaal. Ingrid vertaalde het voor de kinderen. Het verblijf in dit dorp was ontzettend bijzonder!

De volgende dag trokken we door de Volta-regio. We wandelden door een jungle waar ananassen in het wild groeiden. Er was een vlindervallei, waar ongelofelijk veel soorten prachtig gekleurde vlinders vlogen. Een stukje verderop was de waterval van Ho.

Na deze trip hadden we een rustdag in de tropische tuin van Ingrid. Er groeiden bloemen die we hier alleen als kamerplant kennen, mango- en andere vruchtbomen. Het liep tegen de kerst en die zouden we doorbrengen in een resort aan de kust: Anomabo, gelegen aan een wit palmenstrand, waar tussen kleine huisjes lagen. James is die dagen heel wat keren met alle kinderen op een surfboard vanuit de branding het strand op gegleden. Kokosnoten werden geplukt en voorzien van een rietje aan ons gegeven. Op beide kerstdagen was er ’s avonds op het strand een groot vuur. Op een gegeven moment hoorden we trommels, die steeds dichterbij kwamen. De mannen uit het dorp kwamen dansen en zingen bij het vuur. Iedereen zat op de houten ligstoelen en op de houten rand van de verhoging op het strand en genoot van de muziek. Ineens kwam er vanuit de zee een Afrikaanse man (in onderbroek) aangerend, hij maakte salto’s en begon bij het vuur te dansen.

De volgende ochtend zagen we hoe de mensen uit het dorp de vis binnen haalden. Zo’n vijftien mensen stonden in een rij en trokken aan een touw. Vanuit een bootje leidde een man het visnet aan een touw naar de branding. In het net zat de vis die die nacht in het net was gezwommen. Die dag bezochten we Cape Coast, een slavenfort waar 3000 slaven in donkere kelders wachtten om op de schepen gezet te worden, die hen naar Europa en Amerika zouden brengen. Cape Coast werd gebouwd in 1653. In de 17e eeuw kwamen Engelsen, Portugezen, Fransen, Zweden, Denen en Nederlanders, naar Ghana voor de goud- en slavenhandel. Het enige licht dat de slaven zagen kwam van de lantaarn van de bewaker, die eten kwam brengen. De sterke slaven, die gezond waren, werden via de “Door of no return” naar de schepen geleid. Toen we daar de film hierover zagen, schaamde ik me om Nederlander te zijn. 

Na Cape Coast reden we door naar het Kakum NP; een tropisch regenwoud. Wat ik altijd al wilde horen hoorde we; het geluid van honderden vogels in het oerwoud en geritsel van bladeren. We liepen via touwbruggen “over de boomtoppen”, een heel aparte ervaring. Je moet geen hoogtevrees hebben, want bent je heel hoog en de touwbrug schommelt. Overal waar je keek: bomen. Op de terugweg aten we bij “Hans Botel”, een restaurant op een boot waar krokodillen langs zwemmen. Ik dacht even een foto te maken van een krokodil die een beetje op de kant lag. Ineens stuift hij twee meter het water uit!! Er waren daar ook opvallend veel gieren die je gemakkelijk kon fotograferen. Ik kon, staande op twee meter afstand van een gier, zelfs nog even een nieuw rolletje in mijn fototoestel stoppen. Aan de andere kant van de oever, probeerde een kudde koeien op de kant te komen, zij stonden in ondiep water. Grote  bonte ijsvogels doken achter elkaar van de takken het water in, terwijl wij de maaltijd nuttigden.

Op zaterdagmorgen gaf James altijd voetbaltraining in de tuin van Ingrid. Kinderen uit de buurt kwamen in voetbalshirt. Na een officiële warming-up, voetbalden zij een uurtje. We bezochten ook nog een botanische tuin: Aburi. 

Oud en nieuw was in aantocht en Reinier mocht een groot bord schilderen met “Happy New Year”. Het leukste Oud en Nieuw wat ik ooit meegemaakt heb was in Accra. Het begon al meteen na het ontbijt: er moest vuurwerk gekocht worden. Dat kon op de enorme markt van Accra. De vuurwerkverkopers klampten ons meteen aan. Het meeste vuurwerk was kapot of beschadigd, maar uiteindelijk hadden we toch een tasje vol. ’s Middags werd de tuin versierd met zelfgemaakte slingers en werd er een enorm houten bord beschilderd met “Happy New Year 2003”, dat op de veranda tegen de muur werd gespijkerd. Iedereen hielp mee; de kok, de chauffeur en de tuinman. Reuze gezellig! Tegen acht uur in de avond werd het steeds drukker in de enorme tuin. Er kwamen veel Nederlandse mensen, want die “zoeken” elkaar toch altijd op (nota bene was onder hen een meisje die op de middelbare school les heeft gehad van mijn vader!). Maar het leukste vond ik dat ook alle Ghanese mensen die mijn vriendin elke dag in en om het huis hielpen, met hun hele gezin (of soms familie) uitgenodigd waren, uitgedost in de mooiste Afrikaanse stoffen. Ik denk dat er zo’n honderdvijftig mensen in de tuin aanwezig waren.

Schalen met Nederlandse en Ghanese etenswaren stonden uitgestald en op een andere tafel kon men drankjes inschenken. Een band speelde gezellige muziek, dus in de tuin stond een deinende massa Ghanezen en Nederlanders samen te dansen tussen oleanders en mangobomen. Op de tuinman na, die het grote aanbod aan drank niet aan kon; hij lag te slapen op een bankje. Ineens klonk er vuurwerk en hoorden we Apollo, de Ghanese huisvriend, roepen: “Happy New Year!!” Maar de band was Nederlands en stopte de muziek. Een van hen pakte zijn mobieltje, keek er met Europese precisie naar en zei: “Nee, nog drie minuten!”. Maar Apollo was niet meer te houden en stak vol overgave zijn vuurwerk af. De Nederlandse muzikant stopte zijn telefoon in zijn zak en riep: “Ach, wat maakt het ook uit!!! Happy New Year everybody!!” Gejuich en geknal in de tuin, want in Ghana mag op straat geen vuurwerk afgestoken worden.

Daarna omhelsden alle mensen, Nederlanders en Afrikanen, elkaar en wensten elkaar een goed nieuwjaar. De warmte die hier vanuit ging zal ik nooit vergeten!!

De week erna bezochten we nog een aantal markten, waar we een aantal beelden kochten, en gedroogde vruchten met daarin de gedroogde zaadjes, aan een touwtje, die daardoor “muziek maakten” voor juffrouw Louky van de basisschool. Op een van de laatste avonden gingen we naar een concert van Hugh Masekela in het National Theatre in Accra. Het zou om acht uur ’s avonds beginnen, maar om kwart voor acht zaten we nog bij Ingrid thuis. “Moeten we niet gaan?” vroeg ik zo bescheiden mogelijk. ”Nee” zei David sr, de Ghanezen komen altijd veel later op afspraken. Uiteindelijk zaten wij om half negen in de zaal. Het leuke was dat we zo de zaal konden zien volstromen. Mensen in hun mooiste kleding, maar ook stamhoofden in traditionele kleding. Te gek! 

Het concert was geweldig. Elk keer als ik de CD opzet, zit ik in Ghana (Ingrid kocht ook een CD en zette die meteen de volgende dagen keihard op). “Wil je nog een handtekening van Hugh?” vroeg Ingrid. Natuurlijk wilde ik onze in de hal aangeschafte CD laten signeren. We stapten het podium op. Daar was Hugh niet. Een man bracht ons naar de kleedkamer alsof het de gewoonste zaak van de wereld was. “To Ellen, love, learn & teach” heeft hij er op geschreven. Ja, en toen kwam de dag dat we weer naar huis gingen… David sr bracht ons naar het vliegveld. In de auto klonk “Sunshine Day” van Osibisa.  Nog één keer door de straat, nog één keer langs het kruispunt met waterzakjes-verkopers, toiletrol-verkopers en bedelaars.

Na deze reis hebben we Afrika, en vooral Ghana  voor altijd in ons hart gesloten!

Category: Ghana met kinderen reisverhaalReisverhalenReisverhalen met kinderen buiten Europa

Tags:

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

error: (c) metdekinderenopreis.nl