Cuba met kinderen reisverhaal
“Kleine kinderen op reis in Cuba, bijzondere ontmoetingen……Trinidad”
Verre reizen met kinderen? Ja, ontdek Cuba met de kinderen! We hadden ons er een jaar op verheugd, op vakantie naar Cuba. Met onze kinderen (toen 2 en 4 jaar oud)! Nu waren we al wel met ze naar Amerika en Canada geweest, met de camper, Cuba klonk toch wat verder weg. Een prachtig land met een bewogen geschiedenis. Jarenlang hadden we met zijn tween gereist voordat onze prinsjes kwamen, het reisvirus bleef echter maar knagen. Dus besloten we de knoop door te hakken, waarom niet naar een niet-westers land? Tenslotte communistisch, dus weinig excessen te verwachten. Toch? Hoe dan ook, we hadden op onze reizen al wel gezien dat je op heel veel plekken met kleine kinderen kon reizen, één groot avontuur in den verre als het ware. De koffers gepakt, de reisapotheek wat uitgebreid en klaar voor vertrek. Eerlijk gezegd, deze reis hadden we gezelschap van een paar andere jonge gezinnen. Dat scheelde dus weer voor onze jongens, vriendjes waren al voorhanden. Maar ter plekke zouden we toch vooral ons eigen plan trekken. Eén van de bestemmingen die we aandeden was het oude stadje Trinidad. Volgens de reisgidsen een koloniaal juweeltje uit de Spaanse tijd. Prachtig gerestaureerd door de status van werelderfgoed en gezegend met een prachtige bevolking. Enige nadeel ter plekke waren de vele toeristen, maar dat was in Havanna eigenlijk ook zo. Waar zij linksaf sloegen, gingen wij rechtsaf; op zoek naar mensen en contacten. Want contacten hadden we al veel gehad in Cuba. Met name door onze kinderen, een magneet voor de Cubanen. Die blonde kopjes openden die twee weken deuren, die anders waarschijnlijk gesloten waren gebleven. Met vele gesprekken over Nederland en Cuba tot gevolg. Heel leerzaam! Na overdag een prachtige mis in de plaatselijke kerk te hebben bijgewoond en lekker door de straatjes te hebben geslenderd, besloten we ’s avonds terug te komen. Lekker een hapje eten & op zoek naar de plaatselijke kroegjes met leuke muziek.
Toen we ’s avonds terugkwamen was Trinidad min of meer uitgestorven, althans er waren geen toeristen meer te ontdekken. En eigenlijk, tot onze verbazing, waren er bijna ook geen Cubanen op straat te bekennen. Lijken wel Nederlanders was onze eerste reactie van vooral teleurstelling. Na een hapje te hebben gegeten (alleen) gingen we de straatjes in. En wat verder van het centrum af, wachtte ons een mooie verrassing. In de kleine, niet gerestaureerde straatjes was het een drukte van jewelste. Het grappige is dat we ook in Havanna hadden ervaren dat het toeristisch centrum “not the place to be” was. Al die gerestaureerde pracht en praal is blijkbaar meer een toeristen-ding dan iets van de plaatselijke bevolking. In Havanna zochten mensen hun vertier (onder andere) aan de Malecon, die prachtige boulevard. Wel, in Trinidad troffen we ze aan buiten het centrum. En ja hoor, ze zagen ons al aankomen. Althans, vooral onze kinderen. Binnen de korte keren was de oudste aan het spelen met leeftijdsgenoten, wat prachtige taferelen opleverde. Maar waar was toch die jongste gebleven? We schrokken ons rot…..
En wat bleek, die had ook een leeftijdsgenootje ontdekt. Die zat echter binnen, achter het prachtige hekwerk voor de deur. Het handje van de kleine donkere man kwam er doorheen en trof het handje van de witte kleine westerling. Een blik dat voor altijd op mijn (ons) netvlies zal blijven staan (zie foto). Tja, en daarna heerlijke gesprekken met de ouders en al die andere Cubanen in de straat. Onvergetelijk, ik ben benieuwd hoe onze jongens straks op latere leeftijd op hun foto album reageren.